Wat is slapen eigenlijk?

Je hebt verschillende slaaptoestanden. De 2 hoofd toestanden zijn de diepe slaap en de REM slaap. De REM slaap komt 4 of 5 keer per nacht voor. REM staat voor rapid eye movement. In de REM slaap, slaap je heel licht. Het heet zo omdat je ogen dan bewegen. Tijdens de diepe slaap zijn je spieren niet slap en kun je slaapwandelen. Omdat het maar korte dromen zijn duurt het nooit lang. De meeste dromen komen voor in de REM slaap, omdat je spieren slap zijn kun je hier dus niet slaapwandelen. Sommige mensen worden wakker tijdens een REM slaap. Omdat hun spieren slap zijn(behalve hun ademhaling- en oogspieren) kunnen ze zich niet bewegen en geeft het een benauwend gevoel. Dit verschijnsel heet sleep paralysis of slaapverlamming.Dit verschijnsel kun je echter ook gebruiken om uit te treden of om een lucide droom in te stappen.Vaak is het van korte duur, maar sommige mensen kunnen er ook langer last van hebben. Een manier om er dan uit te komen is helemaal ontspannen en dan voorzichtig één vinger proberen te bewegen. In de diepe slaap kun je ook dromen, maar dat zijn maar korte en onsamenhangende gedachten. 

 

Waarom droom je?

 

Een reden om te dromen is het opslaan van informatie van de vorige dag,dit gebeurt vooral in de REM slaap. Als je niet lang genoeg slaapt, kom je niet aan je vierde REM slaap toe, en je REM slaap is juist nodig om gegevens op te slaan van de vorige dag in het lange termijn geheugen. Nog een reden om te dromen is het verwerken van je emoties. Een voorbeeld: 's Avonds heb je een ruzie gehad. Je zit er erg mee, de volgende ochtend word je wakker en heb je ineens een veel objectievere kijk erop. En blijkt het ineens veel minder erg te zijn. 's nachts hebben je hersenen de informatie via dromen verwerkt en op een rijtje gezet. Door dromen kun je er ook achter komen wat je bezig houdt. In dromen komt je onbewuste naar boven.

 

Onze ervaringen

De dood van mijn pony

10 jaar oud zal ik ongeveer geweest zijn, toen ik deze droom bijna één keer in de week steeds weer opnieuw meemaakte. In die tijd had ik thuis een pony waar ik heel veel van hield. Altijd was ik bang dat haar iets zou overkomen. Bij ons achter het huis is een natuurgebied, waar een aantal jongens toen nog wel is brommer reden. Ik droomde dat het nacht was en dat ik zelf lag te slapen. Maar ondertussen hoorde ik ook allemaal geluiden van motoren of brommers. Daar werd ik dan (in mijn droom) wakker van en keek ik naar buiten. Buiten zag ik dat mijn pony heel onrustig was, dit kwam door de motoren die rondjes om haar heen reden. Zelf kon ik om een één of andere reden niet naar beneden. Op een gegeven moment ging een motor echt naar haar toen en sleepte haar mee. Ze viel en werd een heel eind meegesleept, uiteindelijk reden de motoren dan weg en bleef mijn pony daar liggen. In mijn droom was ze dan dood, elke keer als ik de droom weer beleefde werd ik op dat moment huilend wakker.

Brigitte

 

Familie weekend

Ik bevond me in een huis, samen met een onbekende man met zwart haar en een lange zwarte snor en met Susanne(een goede vriendin). Susanne en ik wilden naar buiten, maar Susanne zat al heel lang in dat huis en had de hoop opgegeven om te ontsnappen van die enge man. Ik moest wel naar buiten want ik zou op familie weekend gaan. Maar de man hield me tegen. Ik probeerde weg te rennen, maar hij had me gelijk door en ik kwam ook amper vooruit.Het leek net of een onzichtbare kracht aan me trok. Later zat de man met de rug naar me toe. Susanne zei dat ik nu moest gaan. Uiteindelijk deed ik het. De deur stond nu open. De man keerde zich om en zag dat ik ontsnapte maar hij was al te laat. Ook Susanne rende weg. Eenmaal buiten was het al schemerig(sprookjes achtig schemerig). Ik rende nog een stukje door. Daarna dacht ik: waaron niet vliegen? Eerst vloog ik op de verkeerde manier. Ik wapperde met mijn armen om hoger te komen. Daarna probeerde ik de Superman techniek, ik moest nog wel even oefenen want het ging nog niet perfect maar ik kwam er uiteindelijk hoog en hard genoeg mee. Toen greep ik Johan(Susanne was veranderd in Johan) bij de hand. Zo vloog ik met hem aan de hand ver weg van het huis. Het huis leek op een boerderij. Verder stonden er weinig huizen in de omgeving. Op een gegeven moment kwamen we bij een ander huis/boerderij aan.Het was nog steeds donker, het werd alweer wat lichter. We gingen op de punt van het dak zitten. Johan wou al gaan slapen daar, maar ik zei dat het beter was als we door zouden vliegen. Ik had immers bijna familie weekend. Ik pakte Johan bij zijn middel en mijn hand half aan zijn rechterarm. Ik was nog nooit eerder van een dak afgevlogen dus ik vond het wel spannend. We stegen op en het was wel een beetje moeilijk om op hoogte te blijven, maar verder ging het goed, zolang ik maar bleef denken dat ik het kon. We kwamen bij 2 boerderijen aan. eentje was van een vriend van me. De andere was van de pondwachter.  Hier loopt het over in een andere 'scène', daarom stop ik hier.

Sanne